maandag 6 juli 2020

Ultieme hemelbestormer

Extase was waar het allemaal om draaide bij Alexander Skriabin

Componisten heb je in alle soorten en maten, hoewel de sector hemelbestormers een apart volkje vormt. Beethoven, de dolle dries die niets liever deed dan de revolutie prediken, en wiens doofheid hem bracht naar plekken waar voorheen nog geen componist geweest was. Mahler, de gekwelde intellectueel die aan de vier delen van een symfonie niet genoeg had om zijn van paradijs en heerlijkheid doordrenkte gemoed te luchten. Toch verbleken de idealistische ondernemingen van dit duo zowat bij de religieus geïnspireerde strapatsen van Alexander Skriabin.

Extase was waar het allemaal om draaide bij de Rus, wiens verjaardag viel op eerste kerstdag, wat hem waarschijnlijk sterkte in zijn toch al niet geringe overtuiging dat hij in zijn leven een messiaanse opdracht te vervullen had. Noteren we zomaar wat uitspraken: “De geschiedenis van de mensheid is de geschiedenis van het genie. Met de gewaarwordingen die ik soms onderga regeer ik de wereld.” En wat dacht u van deze: “Ik zal het universele verlangen zijn naar de allerhoogste extase”. Bij dat soort woorden lijkt een wijsneus als Louis van Gaal opeens het braafste jongetje van de klas.

Skriabins hang naar mystiek was zo groot dat hij er zelfs een samenklank – in dit geval een specifieke stapeling van zes tonen – voor ontwierp. Het muzikale voertuig werd ingezet om de mens tot volmaaktheid te brengen, want, zo was zijn stellige overtuiging, dat was nu eenmaal de taak van de kunst. Een privé-religie, een soort van hutspot van theosofische elementen en Hindoestaanse filosofieën, zorgde voor brandstof. Sturing kwam van een van de hoofdprincipes daaruit: de mens is drager van de goddelijke kern. Hij overdreef het misschien, maar dat doen kleurrijke figuren wel vaker.

In Prometheus, zijn voorlaatste orkestwerk uit 1910, komen al deze hoogdravende idealen voorbij. Zo staat er een immens leger aan muzikanten op het podium: een mammoet symfonie-orkest, aangevuld met solo-piano, kerkorgel en koor. Meest opvallend is echter een instrument dat niet één tel rust heeft, hoewel het geen enkel geluid voortbrengt: een lichtklavier. Het ding bestond nog niet, maar dat dondert niet, moet Skriabin gedacht hebben. Door het indrukken van toetsen moesten kleuren op een groot scherm worden geprojecteerd. Een ontwerp kwam er, maar de prul begaf het daags voor de première. De kroning van Skriabin als eerste psychedelische componist moest daarmee worden uitgesteld.

Het overwinnen van duistere machten voelbaar maken, daar draait het om in Prometheus, niet vreemd natuurlijk bij de verklanking van een mythologische figuur die bekend staat als de brenger van licht. Climaxen stapelen zich tot in het oneindige. Bij een componist waarvoor the sky the limit was dringt de parachutering in het heelal zich daarmee daadwerkelijk op. Zo'n stuk beluister je niet dagelijks, maar vergeten doe je het niet snel.

Gepubliceerd op 3 oktober 2018 in Dagblad De Limburger







Geen opmerkingen:

Een reactie posten