Bron: www.postalmuseum.sl.edu |
Charles
Ives' originele creaties werden in zijn tijd hooguit gezien als een
verkeerde grap
Een beetje componist verstaat de kunst om een melodie te combineren
met een tegenmelodie. Te laten harmoniëren welteverstaan, want de
gemiddelde luisteraar is even dol op welluidende muziek als de
lekkerbek op een volle maag. Maar wat als het níet harmonieert? Het
antwoord is simpel: het merendeel van het publiek zal zich voelen als
een goedwillende hond die tegen de haren in wordt gestreken. Probeert
u maar eens in een goedgevuld café Zie ginds komt de stoomboot
te zingen, terwijl uw buurman lukraak tussendoor Stille Nacht
aanheft. Wij voorspellen dat de barkrukken rondom dit duo leeg
zullen blijven.
De
componist die voor het eerst opzettelijk gebruik maakte van, laten we
maar zeggen De Foute Combinatie, heette Charles Ives, een Amerikaan
wiens originele creaties in zijn tijd hooguit werden gezien als een
verkeerde grap. Pionieren had hij overigens van geen vreemde. Het
scheen dat zijn vader – kerkorganist, koor- en blaasorkestdirigent
– er een handje van hand om tijdens een onweer de donder op de
piano te imiteren door de snaren te verstemmen. Ook maakte hij met
alle glazen in huis een toonladder in kwarttonen – de denkbeeldige
toon tussen een witte en een aangrenzende zwarte toets.
Het
mooiste staaltje van papa Ives was evenwel de gewoonte om met zijn
zoon bij een optocht van muziekkapellen het hoogste punt van de
kerktoren te beklimmen. Door het hoogteverschil en de wind die vrij
spel had trad er een tijdsvertraging en dynamische vervorming op,
waardoor het leek alsof de muzikanten op de begane grond het ene
moment in de maat speelden, en het volgende moment pardoes op elkaar
botsten.
Staaltjes
van deze muzikale anarchie vinden we overal terug in het oeuvre van
Charles Ives. Zo ook in de 2e pianosonate uit 1915, ook
wel Concord Sonata genoemd, een buitensporig moeilijk muzikaal
portret van vier filosofen die in de 19e eeuw in Concord
Massachusetts leefden. Meest tot de verbeelding sprekende aanwijzing:
de voetnoot bij extreem ingewikkelde passages dat dit stukje bij
voorkeur met de hulp van een tweede pianist moet worden uitgevoerd,
bijvoorbeeld degene die de blaadjes omslaat. Uniek, zo'n opmerking,
alsof de leiding van de Tour de France aangeeft dat bij de beklimming
van de Alpe d'Huez een wielrenner zich af en toe best even aan de
ploegleiderswagen mag vasthouden.
Ives'
onbedwingbare uitvindersgeest gaat helemaal los in het snelle tweede
deel. Uit een bonte zwerm noten tovert hij een stuk of wat
flierefluitende deuntjes omhoog, en een onvervalste dijenkletser
combineert hij met een begeleiding die hopeloos uit de pas loopt. Aan
het slot gooit hij meerdere deuntjes compromisloos op een hoop, als
een jukebox die de laatste stuiptrekkingen vertoont voordat hij
ontploft. En dat is geen grap.
Gepubliceerd in Dagblad de Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 31 mei 2017