Bron: www.earlymusicamerica.org |
Er
blijkt een groepje fanaten te bestaan dat elke week een stukje van
Bach vereeuwigt. Wie op vrijdag naar www.allofbach.com
surft kan de laatste toevoeging beluisteren en bekijken.
Bach schreef
zo'n 1200 composities, 187 daarvan zijn reeds door het gezelschap –
in casu de Nederlandse Bachvereniging – op deze manier vastgelegd.
Nog 1013 te gaan dus. Een kleine rekensom leert dat het project rond
2037 zal zijn afgerond.
Tot
nu toe is er nog niemand op het idee gekomen om het oeuvre van Georg
Friedrich Telemann op vergelijkbare wijze onder de loep te nemen.
Mocht dat wel gebeuren dan ligt de finish ergens in 2087: de tijd- en
landgenoot van Bach schreef om en nabij de 3600 werken. 3600! Goed,
hij leefde 21 arbeidsjaren langer dan zijn beroemde collega, maar
toch. Telemann schreef zo'n 40 opera's, 44 passies, 33 oratoria en
1400 cantates – je gelooft het gewoon niet. Het schijnt dat de
geboren Maagdenburger in zijn tijd door critici smalend een
Vielschreiber genoemd werd. Geef ze eens ongelijk. Zou hij
trouwens in het Guinness Book of Records worden vermeld?
Het
vervelende is wel dat het overgrote deel van zijn productie momenteel
aardig is verbleekt. Wie een opera van de barokmeester kan noemen die
in deze tijd volle zalen trekt mag zich melden. En zou er onder de 44
passies een exemplaren zitten die het een beetje kan opnemen tegen
die 2 van Bach? Volgens kenners zou de ongehoorde kwaliteit van de
muziek van laatstgenoemde er debet aan zijn dat Telemanns werken zo
zijn weggezakt. Onzin: dan zouden Mozart en Beethoven ook niet naast
elkaar kunnen bestaan. Of, vooruit, Cruijff en Neeskens.
Alleen
zijn soloconcerten ontspringen min of meer de dans. Het zijn er
honderden – het zal u niet verbazen – en wie een graai doet in
de grabbelton komt de meest merkwaardige combinaties tegen: voor drie
trompetten en orkest, drie trompetten en twee hobo's, of altblokfluit
en viola da gamba, om zo maar eens wat te noemen. Het schijnt
overigens dat Telemann in zijn muziek allerlei stijlen uit de hem
omringende landen importeerde. De een verzamelt sigarenbandjes, de
ander muziekstijlen.
Een
mooi voorbeeld is het Concert voor blokfluit, traverso, strijkers en
basso continuo in e-klein, in jargon ook wel kortweg het
dubbelconcert in e-klein genoemd. In deel 1 en 3 tooit Telemann de
melodie met van die elegante krullen waar de Fransen zo dol op waren,
terwijl het snelle tweede deel een Italiaans-heldere afwisseling
heeft tussen een zingbaar refrein en virtuoze coupletten. Maar het
meest opvallend is de flonkerende finale, waarin een ruig Pools
volksdeuntje boven een boertige doedelzak-bas de stemming aangenaam
oppookt. Een Duitser die Frankrijk, Italië en Polen in de blender
stopt: zoiets mag nooit verloren gaan.
Gepubliceerd in dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 13-04-2017