Componisten
heb je in alle soorten en maten, hoewel de sector hemelbestormers een
apart volkje vormt. Beethoven, de dolle dries die niets liever deed
dan de revolutie prediken, en wiens doofheid hem bracht naar plekken
waar voorheen nog geen componist geweest was. Mahler, de gekwelde
intellectueel die aan de vier delen van een symfonie niet genoeg had
om zijn van paradijs en heerlijkheid doordrenkte gemoed te luchten.
Toch verbleken de idealistische ondernemingen van dit duo zowat bij
de religieus geïnspireerde strapatsen van Alexander Skriabin.
Extase
was waar het allemaal om draaide bij de Rus, wiens verjaardag viel op
eerste kerstdag, wat hem waarschijnlijk sterkte in zijn toch al niet
geringe overtuiging dat hij in zijn leven een messiaanse opdracht te
vervullen had. Noteren we zomaar wat uitspraken: “De geschiedenis
van de mensheid is de geschiedenis van het genie. Met de
gewaarwordingen die ik soms onderga regeer ik de wereld.” En wat
dacht u van deze: “Ik zal het universele verlangen zijn naar de
allerhoogste extase”. Bij dat soort woorden lijkt een wijsneus als
Louis van Gaal opeens het braafste jongetje van de klas.
Skriabins
hang naar mystiek was zo groot dat hij er zelfs een samenklank – in
dit geval een specifieke stapeling van zes tonen – voor ontwierp.
Het muzikale voertuig werd ingezet om de mens tot volmaaktheid te
brengen, want, zo was zijn stellige overtuiging, dat was nu eenmaal
de taak van de kunst. Een privé-religie, een soort van hutspot van
theosofische elementen en Hindoestaanse filosofieën, zorgde voor
brandstof. Sturing kwam van een van de hoofdprincipes daaruit: de
mens is drager van de goddelijke kern. Hij overdreef het misschien,
maar dat doen kleurrijke figuren wel vaker.
In
Prometheus, zijn voorlaatste orkestwerk uit 1910, komen al
deze hoogdravende idealen voorbij. Zo staat er een immens leger aan
muzikanten op het podium: een mammoet symfonie-orkest, aangevuld met
solo-piano, kerkorgel en koor. Meest opvallend is echter een
instrument dat niet één tel rust heeft, hoewel het geen enkel
geluid voortbrengt: een lichtklavier. Het ding bestond nog niet, maar
dat dondert niet, moet Skriabin gedacht hebben. Door het indrukken
van toetsen moesten kleuren op een groot scherm worden geprojecteerd.
Een ontwerp kwam er, maar de prul begaf het daags voor de première.
De kroning van Skriabin als eerste psychedelische componist moest
daarmee worden uitgesteld.
Het
overwinnen van duistere machten voelbaar maken, daar draait het om in
Prometheus, niet vreemd natuurlijk bij de verklanking van een
mythologische figuur die bekend staat als de brenger van licht.
Climaxen stapelen zich tot in het oneindige. Bij een componist
waarvoor the sky the limit was dringt de parachutering in het
heelal zich daarmee daadwerkelijk op. Zo'n stuk beluister je niet
dagelijks, maar vergeten doe je het niet snel.
Gepubliceerd op 3 oktober 2018 in Dagblad De Limburger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten