In
de Symfonie Fantastique droomt Berlioz zich een slag in de rondte, om
met een nachtmerrie te eindigen
De
Franse componist Hector Berlioz maakte van zijn leven graag een grand
opéra. Zo was hij ooit verloofd met een pianiste uit Parijs.
Toen hij voor onbepaalde tijd in het buitenland zat vernam hij echter
na enkele weken dat ze op het punt stond te trouwen met een ander.
Hij plande vier moorden: haar schoonmoeder – de kwade genius –
haar minnaar, zijzelf, en zijn eigen persoon moesten eraan geloven.
Saillant detail: hij zou zich daarbij vermommen als kamermeisje,
alsof zijn moordlustig plan bij zijn terugkomst in Parijs blijkbaar
op zijn voorhoofd stond geschreven.
Deze
heetgebakerde dramaticus, die gelukkig nog net op tijd zijn pistool
in zijn zak wist te houden, begon zijn loopbaan in een tijd dat
Duitse muziek de mode bepaalde in Parijs. Overzichtelijke werkjes,
waarin het beginthema, na een soort van tussenspel, wordt
gecontrasteerd door een schaduwthema, als twee acteurs die worden
voorgesteld. Daarna gaan ze met elkaar in debat en kan er van alles
gebeuren. Wanneer de storm luwt klinken beide thema's weer netjes na
elkaar, alsof ze nog één keer buigen naar het publiek. De cirkel is
rond, het doek valt.
Berlioz,
tegendraads als altijd, deed het vaak anders. Menige keer plaatst hij
aan het begin van een stuk zomaar wat fragmenten na elkaar die uit
het niets komen en nergens naar toe gaan. Als we een tijdje onderweg
zijn duikt dan, middenin dit mistige moeras, opeens een melodie op
die, zo blijkt door zijn veelvuldige herhaling, opeens het hoofdthema
blijkt te zijn. Eerst de onderbuik beroeren, dan ter zake komen,
luidde zijn devies, en zo gek is dat nog niet.
Wie
wil weten hoe dat klinkt moet maar eens luisteren naar de opening van
zijn Symfonie Fantastique, het meesterstuk waarin hij zwijmelt
over zijn hopeloze verliefdheid op Henriëtte Smithson, een beroemde
Britse Shakespeare-vertolkster. In vijf delen droomt hij zich een
slag in de rondte, om met een vreselijke nachtmerrie te eindigen. Het
leuke is nu dat hij haar ook zover wist te krijgen een vertolking bij
te wonen, en zij helemaal niet door had dat ieder noot over haar
ging. Later werd ze zijn vrouw – waar blinde hartstocht en een
geniaal talent al niet toe kan leiden.
Zou
ze hebben aangevoeld dat Berlioz een prachtige melodie aan haar
wijdde? We weten het niet. Het wijsje – hij noemde het een idée
fixe – keert in álle vijf de delen terug en fungeert als
herkenningspunt voor de luisteraar. Het plan was compleet nieuw. En
niet te missen: bij zijn eerste verschijning na een minuut of vijf
gaan er twee daverende akkoorden aan vooraf. Als een dramaticus aan
het woord is zorgt hij er wel voor dat zijn publiek recht zit.
Gepubliceerd
3 april 2019 in Dagblad De Limburger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten