In de Enigma Variaties
verstopt Edward Elgar een onoplosbaar raadsel in meesterlijk mooie
noten.
Bron: Counter-Currents Publishing |
Edward Elgar was dol op
raadseltjes. Hoe moeilijker hoe leuker. Ooit schreef hij een brief in
geheimschrift aan zijn vriendin Dora Penny waar geen touw aan was
vast te knopen. Penny vroeg hem naar de vertaling maar Elgar hield
zijn kaken stijf op elkaar. Na zijn dood wijdde ze er een stukje aan
in haar memoires over de componist en riep lezers op mee te denken.
Tot op de dag van vandaag - achtenzeventig jaar na het verschijnen
van het boek - heeft niemand de code nog kunnen kraken.
Iets soortgelijks
flikte hij met zijn Variations on an original theme, een
orkestwerk waarmee Elgar in 1899 definitief doorbrak. Boven het thema
schreef hij Enigma, en deed er een handvol cryptische
omschrijvingen bij. Het kwam er zo'n beetje op neer dat het thema een
soort van tegenmelodie bij een bekend deuntje moest zijn, maar die
evergreen zélf klinkt nergens, net zoals er ook romans zijn waarin
de hoofdpersoon nooit aan het woord komt. Om welk moppie ging het in
godsnaam? Zo'n zoektocht haalt de detective in de musicoloog naar
boven, maar anno 2015 blijft er nog steeds wat te gissen over.
Onoplosbare raadsels
hebben blijkbaar een magische aantrekkingskracht op het gilde. Een
nadeel heeft het wel: over de muziek zelf wordt nauwelijks nog
gerept. Het zou een trefzeker recept zijn voor een onzeker componist:
geef je publiek wat te puzzelen. Het garandeert in ieder geval dat er
over je wordt gepraat, en het leidt bij de borrel na afloop mooi af
van je noten.
Elgar had dat soort
afleidingsmanoeuvres helemaal niet nodig, al was hij een autodidact
die pas na zijn 35e een beetje op gang leek te komen. In iedere
variatie - veertien in totaal - schetst hij aan de hand van hetzelfde
thema een portret van iemand uit zijn kennissenkring. Vaak gaat dat
vergezeld van een persoonlijke noot: het koddige lachje van de
amateurpianist licht op in het hout, de uitgever die dol is op
Beethoven wordt geïllustreerd met een muzikale verwijzing naar zijn
idool.
Wie het weet hoort het
terug, maar ook zonder die inside-information blijf je bij de
les, want de manier waarop de componist het thema telkens van kleur
doet verschieten is intrigerend. De ene keer drapeert hij een
schimmige kronkellijn als een warme deken rond het thema, een andere
keer recyclet hij een handvol oorspronkelijke noten tot een schimmig
begeleidingsfiguur. Aan het slot verrijkt hij het origineel met een
paar klaagrijke riedels, geeft ze aan de cellist, en laat die
vervolgens doen wat hij het liefst doet: kreunen om zijn
moedertjelief.
Elgar maakte universele
kunst van een persoonlijke portrettengalerij. Misschien was dat wel
het grootste enigma.
Gepubliceerd in Dagblad de Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 25-02-2015