In zijn 8e strijkkwartet jaat Sjostakovitsj je met een simpel ritme en aangehouden toon de stuipen op het lijf.
Bron: nl.wikipedia.org |
Ook Dmitri
Sjostakovitsj wist donders goed hoe je met spaarzame muzikale
middelen een maximaal effect kon verkrijgen. Dat had hij in zijn
tienerjaren geleerd, toen zijn vader plotseling overleed en hij
opeens kostwinner werd. Een baantje als pianist in een naburige
bioscoop - het was het tijdperk van de stomme film - bood uitkomst.
In het vierde deel van
zijn 8e strijkkwartet vormt een ritme van slechts drie korte noten en
een tegelijkertijd lang aangehouden toon de rode draad. Het ritme
moet spijkerhard worden gespeeld, de toon daarentegen fluisterzacht.
Simpeler kan muziek bijna niet zijn, zou je zo zeggen, maar
iemand met zwakke
zenuwen kan het desondanks na een paar herhalingen dun door de broek
gaan lopen.
Sjostakovitsj schreef
het stuk in 1960, toen hij in Dresden was. Hij was onder de indruk
van de in de oorlog platgebombardeerde stad, en schreef het kwartet
"ter nagedachtenis aan de slachtoffers van fascisme en oorlog".
Zo bezien was het niet eens zo gek dat men in de aangehouden toon een
paar bommenwerpers hoorde, en in het ritme zoiets als
luchtafweergeschut.
Maar Sjostakovitsj'
noten hadden een dubbele bodem, zo bleek uit diens na zijn dood
gepubliceerde memoires. Dat krijg je met zo'n genadeloze recensent
als Josef Stalin: om aan de vriesdood in Siberië te ontsnappen -
goede muziek moest in zijn ogen de werkende meute opbeuren - wil je
de waarheid nogal eens verdoezelen.
In werkelijkheid werd de Rus in die tijd gedwongen lid te worden van de communistische partij, want voor een beetje propaganda konden ze zijn beroemde kop best gebruiken. Hij peinsde er niet over om de schoothond van een stelletje beulen te worden, dacht aan zelfmoord, en schreef zijn muzikale testament.
In werkelijkheid werd de Rus in die tijd gedwongen lid te worden van de communistische partij, want voor een beetje propaganda konden ze zijn beroemde kop best gebruiken. Hij peinsde er niet over om de schoothond van een stelletje beulen te worden, dacht aan zelfmoord, en schreef zijn muzikale testament.
Omdat een
wilsbeschikking zonder handtekening niets voorstelt vormde hij van
zijn initialen (D.Sch.) een melodie van 4 tonen (D-Es-C-H), en
verspreidde die over alle delen. Tussendoor keek hij terug op zijn
leven met allerlei citaten van hemzelf. Het lugubere vierde deel kon
weleens teruggaan naar 1936, toen zijn muziek voor het eerst in de
ban werd gedaan, en hij in zijn hoofd reeds het meedogenloze gebons
van het arrestatieteam op de deur meende te horen. Hitchcock zou een
moord doen voor zo'n prachtige horrormuziek.
Gepubliceerd in Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad d.d. 06-11-2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten