dinsdag 3 februari 2015

Bombast of diepgang?

In het eerste deel van zijn 7e symfonie stopte Sjostakovitsj een spectaculair fragment dat het oprukkend oorlogsgeweld lijkt te verklanken, maar zelf ontkende hij dat.


Bron: wassenaarders.nl                         
In de 7e symfonie van Sjostakovitsj zit een fragment dat je nooit meer vergeet. In deel 1, na een minuut of 5, zwijgt het orkest, op één instrument na: de kleine trom. Op de rand van het membraan tikken de stokjes een muisstil marsritme. Na een paar maten plukken de strijkers er een melodietje bij. Het blijkt een deun vanjewelste, zo een die je eerder in het café verwacht dan in de concertzaal. Liefst twaalf keer wordt het herhaald, daarbij aanzwellend tot orkaankracht. Maar een feest wordt het nooit: de meezinger gaat ten onder in een kakofonie van opborrelende tegenmelodieën en wrange samenklanken.

Aan de ene kant is het muziek die het effect tot kunst verheven heeft, dertien-in-een-dozijn kitsch die met middelen als herkenbaarheid en decibelkracht de luisteraar een rad voor ogen draait. Maar het beeld kantelt als je weet dat de componist het stuk in 1941 te Leningrad schreef, terwijl op dát moment de stad onder de voet werd gelopen door vijandelijke legers. Het nestelt zich op je netvlies: onschuldige burgers - lees: het deuntje - die ten onder gaan in een stormloop van destructivisme. Het onmogelijke gebeurt: holle muzikale bombast wordt een voertuig voor ongekende emotionele diepgang.

Dat was althans de uitleg van de Russische autoriteiten, die er nooit vies van waren kunst te misbruiken voor hun eigen propagandadoeleinden. De componist mocht er de Stalinprijs 1e klasse voor in ontvangst nemen, de hoogste onderscheiding, jaarlijks en met persoonlijke goedkeuring van de Grote Leider en Leraar uitgereikt. Niet veel later sierde een tekening van Sjostakovitsj, getooid in soldaten-uniform en brandweerhelm, de omslag van Time Magazine. Sjostakovitsj werd hét symbool van het communistische verzet.

Maar in zijn na zijn dood verschenen memoires schetst de componist een heel ander beeld. Het schijnt dat de bebrilde Rus de muziek al vóór de oorlog in zijn hoofd had. Voorvoelde hij de verwoesting van zijn stad? We weten het niet. Wel verklaarde hij dat hij een beeld wilde scheppen van de vernietigingsmachine die in zijn land al jaren aan het woeden was. Het was zíjn protest tegen de onderdrukking van menselijke waarden, of dat nu door Hitler of Stalin gebeurde. 

Bij leven en welzijn kon hij dat niet aan de grote klok hangen: Stalin hield niet zo van kritiek. Maar het lijkt erop alsof hij zich achteraf mooi heeft willen praten, misschien omdat zijn kop ongewild de wereld overging als vriend van de door hem zo gehate communistische partij. Want zie wat hij in diezelfde memoires verklaart: "Ik wilde het beeld van ons land in oorlog verklanken, ik moest één zijn met het volk." En wat te denken van dat militaristische trommeltje? Al is de leugen nog zo snel, de muziek achterhaalt hem wel.  

Gepubliceerd in Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad d.d. 17-01-2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten