vrijdag 14 april 2017

De veelschrijver en zijn blender


Bron: www.earlymusicamerica.org
Er blijkt een groepje fanaten te bestaan dat elke week een stukje van Bach vereeuwigt. Wie op vrijdag naar www.allofbach.com surft kan de laatste toevoeging beluisteren en bekijken.

Bach schreef zo'n 1200 composities, 187 daarvan zijn reeds door het gezelschap – in casu de Nederlandse Bachvereniging – op deze manier vastgelegd. Nog 1013 te gaan dus. Een kleine rekensom leert dat het project rond 2037 zal zijn afgerond.

Tot nu toe is er nog niemand op het idee gekomen om het oeuvre van Georg Friedrich Telemann op vergelijkbare wijze onder de loep te nemen. Mocht dat wel gebeuren dan ligt de finish ergens in 2087: de tijd- en landgenoot van Bach schreef om en nabij de 3600 werken. 3600! Goed, hij leefde 21 arbeidsjaren langer dan zijn beroemde collega, maar toch. Telemann schreef zo'n 40 opera's, 44 passies, 33 oratoria en 1400 cantates – je gelooft het gewoon niet. Het schijnt dat de geboren Maagdenburger in zijn tijd door critici smalend een Vielschreiber genoemd werd. Geef ze eens ongelijk. Zou hij trouwens in het Guinness Book of Records worden vermeld?

Het vervelende is wel dat het overgrote deel van zijn productie momenteel aardig is verbleekt. Wie een opera van de barokmeester kan noemen die in deze tijd volle zalen trekt mag zich melden. En zou er onder de 44 passies een exemplaren zitten die het een beetje kan opnemen tegen die 2 van Bach? Volgens kenners zou de ongehoorde kwaliteit van de muziek van laatstgenoemde er debet aan zijn dat Telemanns werken zo zijn weggezakt. Onzin: dan zouden Mozart en Beethoven ook niet naast elkaar kunnen bestaan. Of, vooruit, Cruijff en Neeskens.

Alleen zijn soloconcerten ontspringen min of meer de dans. Het zijn er honderden – het zal u niet verbazen – en wie een graai doet in de grabbelton komt de meest merkwaardige combinaties tegen: voor drie trompetten en orkest, drie trompetten en twee hobo's, of altblokfluit en viola da gamba, om zo maar eens wat te noemen. Het schijnt overigens dat Telemann in zijn muziek allerlei stijlen uit de hem omringende landen importeerde. De een verzamelt sigarenbandjes, de ander muziekstijlen.


Een mooi voorbeeld is het Concert voor blokfluit, traverso, strijkers en basso continuo in e-klein, in jargon ook wel kortweg het dubbelconcert in e-klein genoemd. In deel 1 en 3 tooit Telemann de melodie met van die elegante krullen waar de Fransen zo dol op waren, terwijl het snelle tweede deel een Italiaans-heldere afwisseling heeft tussen een zingbaar refrein en virtuoze coupletten. Maar het meest opvallend is de flonkerende finale, waarin een ruig Pools volksdeuntje boven een boertige doedelzak-bas de stemming aangenaam oppookt. Een Duitser die Frankrijk, Italiƫ en Polen in de blender stopt: zoiets mag nooit verloren gaan.

Gepubliceerd in dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 13-04-2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten