vrijdag 16 juni 2017

Een bloedneus, een kat en Mr. Crescendo


Bron: aquqplant.pro
De première van Rossini's Barbier van Sevilla verliep wel heel erg turbulent

Er zijn een aantal beroemde opera's die bij hun première hopeloos flopten. Zo scheen er in 1875 aan het slot van Bizet's Carmen geen hond meer in de zaal te zitten. Moeizaam verplaatsbare decorstukken waren het euvel, waardoor het stuk tot ver na middernacht uitliep. Het kon ook met de puriteinse smaak van het publiek te maken hebben, want je keek wel uit om naar een drama over een ordinaire zigeunerin te gaan. Ook de eerste voorstelling van Verdi's La Traviata kon het wel schudden, maar dat komt er van wanneer een schorre dikkerd de rol op zich neemt van een door de tering uitgemergeld grietje.

Nooit echter was de ontluistering zo groot als bij Rossini's Barbier van Sevilla, het stuk dat tegenwoordig wordt beschouwd als de beste komische opera aller tijden. Ooggetuigen reppen over constant hoongelach, veroorzaakt door een groep felle tegenstanders van de componist. Daarnaast lezen we over een struikelende bas die zich met bebloede neus door zijn aria worstelt, en een verdwaalde kat op het toneel die meer aandacht trok dan het eigenlijke schouwspel.

De 24-jarige Rossini moet zich de haren uit het hoofd getrokken hebben, hij had zich immers de pestpokken gewerkt om alles op tijd af te krijgen. Op 26 december 1815 zette hij zijn handtekening onder een contract waarin stond dat de opera op 24 januari 1816 af moest zijn. Het zegt u misschien niets, maar in tijd uitgedrukt leverde hij zo'n 150 minuten muziek in 30 dagen. In de verbintenis stond ook dat de première op 5 februari van dat jaar zou zijn. Dat het libretto nog moest worden geschreven werd overigens nergens vermeld.

Je vraagt je af hoe de Italiaan dat huzarenstukje voor elkaar heeft gebokst. Goed, de ouverture bietste hij uit een van zijn andere opera's, en wellicht viel hij voor het overgrote vocale deel terug op eerder gemaakte schetsen. Maar de zangers zouden je best een toffe peer vinden wanneer ze nog een beetje tijd zouden hebben om hun aandeel in hun geheugen te persen. Het decor, de kostuums, de regie? Laten we het daar maar niet over hebben.

Je zou bijna over het hoofd zien dat er in het stuk talloze voorbeelden zitten van een wezenskenmerk van Rossini's stijl dat hem een leuke bijnaam opleverde: Mr. Crescendo. Het recept is eenvoudig: verzin een simpel deuntje voor het orkest, laat dat bij een stuk of wat herhalingen stevig aanzwellen, terwijl ondertussen de vocalist er nog wat woordjes bij kweelt. Bruisende energie verzekerd. Zo krijgen we de maten wel vol, horen wij u zeggen, al zal de scherpe luisteraar opmerken dat de meester er nog wel wat geraffineerde details aan toevoegde. Een meesterwerk schrijf je heus niet zomaar.

Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 17 mei 2017



Geen opmerkingen:

Een reactie posten