maandag 3 april 2017

Meesterlijk jatwerk


Bron: www.arkivmusic.com
Het hartverscheurende eerste deel van Pergolesi's beroemde Stabat Mater blijkt voor dik driekwart gebietst.

Kent u het Koningslied nog? Er was destijds van alles mee aan de hand. De tekst deugde niet en de melodie scheen gejat te zijn. Kenners en niet-kenners buitelden over elkaar heen om aan te tonen dat ze er een stukje van de Britse gospelzanger Matt Redman in hoorden, of van de Ijslandse popgroep Of Monsters and Men. Ook een Japans panfluitlied werd genoteerd, evenals de titelsong van de animatiefilm Shrek. Als eenmaal het woord plagiaat is gevallen is het hek van de dam.  

Daar moest je vroeger, laten we zeggen de 18e eeuw, mee aankomen. Toen bestond het woord nog niet, sterker nog: het leentjebuur spelen bij een collega werd gezien als eerbetoon. Bach was dol op muziek van Italiaanse tijdgenoten en schudde bijgevolg zijn eigen composities ermee op. In Händel's driedelige oratorium Israel in Egypt is zo'n beetje het gehele 2e deel gepikt. Je schijnt er brouwsels tegen te komen van Erba, Stradella, Strungk, Kerll en Urio. U en ik zeggen die namen niets, maar toch.

Zelden is echter het vergrijp – om het toch maar zo te noemen – zo tot de verbeelding sprekend als bij het eerste deel van Pergolesi's Stabat Mater. In het twaalfdelige epos uit 1736, waarin de lijdensweg van Christus wordt bezien door de ogen van Maria, heeft met name deze entree wereldroem vergaard. Dat de componist de noten neerpende op zijn sterfbed heeft daarbij nog voor wat aanvullende mythevorming gezorgd, maar dat moeten we helaas ontkrachten: het schijnt dat het werk in verschillende eerdere stadia is ontstaan. Maar sterven met 26 jaar gun je natuurlijk niemand.

Pergolesi schreef het stuk voor een handvol instrumentalisten en twee castraten. Voor dat laatste heeft de arbowet in onze tijd een stokje gestoken, dus nemen countertenors de honneurs waar, of simpelweg een sopraan en een alt. Stukjesschrijvers komen vaak woorden tekort om de vermeende symboliek achter de noten – voortvloeiend uit de tekst – te omschrijven. Zo wordt de verstrengeling van beide stemmen, die om en om de bovenliggende partij zijn, verklaard als een innige omhelzing tussen moeder en zoon. De van tijd tot tijd oplichtende dissonanten zouden het gevolg zijn van de smartelijkheid van het tafereel, terwijl de staccato-nootjes in de instrumentale inleiding gezien worden als het plengen van tranen.

Best mooi gevonden, al is het een tikkeltje ontluisterend om te ontdekken dat Pergolesi de muziek voor dik driekwart gebietst heeft van de in 1704 gestorven, volledig onbekende Napolitaan Francesco Provenzale. Toets die naam en Pange Lingua – de titel van het stuk – in op youtube en u zult verbijsterd zijn wat u hoort. De symboliek kan de prullenmand in, hoewel het natuurlijk een onweerstaanbaar stukje blijft. Daar kan geen enkel koningslied tegenop.

Gepubliceerd in dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 29 maart 2017


Geen opmerkingen:

Een reactie posten