maandag 20 november 2017

Monument voor een tranendal

Bron: www.last.fm
Aan de rok van de slavin Liù uit de opera Turandot kleeft een opvallend ander talent van Puccini.

Soms zijn kunstenaars zo één met hun vak dat ze zelfs uit een persoonlijke tragedie iets moois kunnen maken. Zo schilderde de grote impressionist Claude Monet ooit een portret van zijn vrouw op haar sterfbed. Op zo'n moment, zou je zo zeggen, heb je wel wat anders aan je hoofd dan te gaan schilderen, maar een ras-artiest stelt nou eenmaal zijn eigen wetten. Kriskras opgebrachte tinten wit, daaronder een hoofd, het geheel de suggestie wekkend van een bleke sluier, vredige slaap, en warm ochtendlicht.

Ook de Italiaanse componist Giacomo Puccini verstond de kunst om een monument te scheppen uit een tranendal. Het heeft allemaal te maken met een slavin uit de opera Turandot, zijn onvoltooide zwanenzang uit 1924. We gaan u hier niet lastig vallen met allerlei details over het verhaal, maar willen wel graag kwijt dat deze opera een ontroerend spektakelstuk over de liefde is, dat de basis een Chinees sprookje is, en dat je als luisteraar vanaf het allereerste moment wordt overdonderd door een exotisch decor en machtige koren.

De slavin heet Liù, en aan haar rok kleeft, tegen wil en dank, een ander talent van de maestro uit Lucca: vrouwen versieren. Puccini's erotische escapades zijn te talrijk om hier uit de doeken te doen – daar zijn weer andere rubrieken voor – maar het feit dat zijn jaloerse vrouw zich ooit stiekem verkleedde als haar man, en vervolgens 's avonds hun landgoed inliep om af te wachten welk vrouwvolk tevoorschijn zou komen, zegt natuurlijk wel wat.

Uiteindelijk ging het gruwelijk mis bij Doria Manfredi, zijn 16-jarige huishoudster. Het verhaal ging dat Puccini 's nachts componeerde, want dan was het stil, en Manfredi op dat moment de strijk deed, want dan was het koel. Appeltje, eitje, moet zijn achterdochtige eega gedacht hebben, en begon een vreselijke hetze tegen het kind. Die was daarvan zó onder de indruk dat ze zelfmoord pleegde. Autopsie wees later uit dat ze nog maagd was – het is een opera op zich.

Er zijn lieden die beweren dat Manfredi stierf uit liefde, want zelfs onder grote druk weigerde ze de naam van Puccini te noemen. Opmerkelijk is dat ook Liù wordt gefolterd, maar het verdomt om iemands naam – in dit geval die van een onverschrokken prins – te noemen. En de gelijkenis met Manfredi wordt nóg treffender als blijkt dat Liù daarna eveneens de hand slaat aan zichzelf. Het lijkt, kortom, wel duidelijk wie hier model heeft gestaan.
Dat de Italiaan zijn fijngevoeligste melodieën bewaarde voor dit personage lijkt zo geen toeval meer. Vooral haar eerste aria, waarin de hoge zangpartij mijmerend fladdert boven lome strijkers, kan een diepe snik ontlokken. Een eenzame vredesduif in een serene oase. Zo doen ras-artiesten dat.

Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 28-09-2017



Geen opmerkingen:

Een reactie posten