Bron: www.last.fm |
Aan
de rok van de slavin Liù uit de opera Turandot kleeft een opvallend
ander talent van Puccini.
Soms
zijn kunstenaars zo één met hun vak dat ze zelfs uit een
persoonlijke tragedie iets moois kunnen maken. Zo schilderde de grote
impressionist Claude Monet ooit een portret van zijn vrouw op haar
sterfbed. Op zo'n moment, zou je zo zeggen, heb je wel wat anders aan
je hoofd dan te gaan schilderen, maar een ras-artiest stelt nou
eenmaal zijn eigen wetten. Kriskras opgebrachte tinten wit, daaronder
een hoofd, het geheel de suggestie wekkend van een bleke sluier,
vredige slaap, en warm ochtendlicht.
Ook
de Italiaanse componist Giacomo Puccini verstond de kunst om een
monument te scheppen uit een tranendal. Het heeft allemaal te maken
met een slavin uit de opera Turandot, zijn onvoltooide zwanenzang uit
1924. We gaan u hier niet lastig vallen met allerlei details over het
verhaal, maar willen wel graag kwijt dat deze opera een ontroerend
spektakelstuk over de liefde is, dat de basis een Chinees sprookje
is, en dat je als luisteraar vanaf het allereerste moment wordt
overdonderd door een exotisch decor en machtige koren.
De
slavin heet Liù, en aan haar rok kleeft, tegen wil en dank, een
ander talent van de maestro uit Lucca: vrouwen versieren. Puccini's
erotische escapades zijn te talrijk om hier uit de doeken te doen –
daar zijn weer andere rubrieken voor – maar het feit dat zijn
jaloerse vrouw zich ooit stiekem verkleedde als haar man, en
vervolgens 's avonds hun landgoed inliep om af te wachten welk
vrouwvolk tevoorschijn zou komen, zegt natuurlijk wel wat.
Uiteindelijk
ging het gruwelijk mis bij Doria Manfredi, zijn 16-jarige
huishoudster. Het verhaal ging dat Puccini 's nachts componeerde,
want dan was het stil, en Manfredi op dat moment de strijk deed, want
dan was het koel. Appeltje, eitje, moet zijn achterdochtige eega
gedacht hebben, en begon een vreselijke hetze tegen het kind. Die was
daarvan zó onder de indruk dat ze zelfmoord pleegde. Autopsie wees
later uit dat ze nog maagd was – het is een opera op zich.
Er
zijn lieden die beweren dat Manfredi stierf uit liefde, want zelfs
onder grote druk weigerde ze de naam van Puccini te noemen.
Opmerkelijk is dat ook Liù wordt gefolterd, maar het verdomt om
iemands naam – in dit geval die van een onverschrokken prins – te
noemen. En de gelijkenis met Manfredi wordt nóg treffender als
blijkt dat Liù daarna eveneens de hand slaat aan zichzelf. Het
lijkt, kortom, wel duidelijk wie hier model heeft gestaan.
Dat
de Italiaan zijn fijngevoeligste melodieën bewaarde voor dit
personage lijkt zo geen toeval meer. Vooral haar eerste aria, waarin
de hoge zangpartij mijmerend fladdert boven lome strijkers, kan een
diepe snik ontlokken. Een eenzame vredesduif in een serene oase. Zo
doen ras-artiesten dat.
Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 28-09-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten