Bron: www.ecstep.com |
Met
veel weinig doen: je kunt er een meesterwerk mee schrijven, zo
bewijst Antonin Dvorák.
Stel,
je komt op het dwaze idee om een radioverslag te maken van Beethovens
5e symfonie – ta-ta-ta-daa – op de manier van
een voetbalwedstrijd. Als volgt: “En daar gaan ze dan met een thema
van vier tonen. Erg spannend. Het begin van een symfonie is altijd
spannend, mensen. Ik weet nog niet of het snel of langzaam zal gaan,
want ze blijven steeds stilstaan. Het wil nog niet echt van de grond
komen. Het lijkt erop, ja inderdaad, het lijkt erop dat er een thema
aankomt, mensen. O jee, de violen blijven daar hangen, ze keken even
niet uit.”
Het
verslag bestaat echt, is hilarisch, en komt van de hand van
musicoloog en komiek Peter Schickele. Beethoven leent zich er goed
voor: hij kon thema's als rivaliserende kampen tegen elkaar opzetten.
Daarnaast duiken in de 5e symfonie de beroemde
openingsnoten in íeder deel op, een beetje als een onvermoeibare
krijger die steeds opnieuw in een andere vermomming kruipt.
Ta-ta-ta-daa werkt als zuurdesem, en bewerkstelligt de ultieme
droom van íedere componist: met weinig veel doen.
Dat
je met het tegenovergestelde – met veel weinig doen – opvallend
genoeg ook een eind kon komen bewees Antonin Dvoràk. de Tsjech die
als geen ander zijn muziek kon tooien met naar volksmuziek
gemodelleerde deuntjes uit zijn vaderland. Voor hem geen verregaande
polarisatie van thema's of andere intellectuele escapades. Ooit, op
het toppunt van zijn roem, kreeg de bebaarde slagerszoon een
eredoctoraat aangeboden van de prestigieuze universiteit van
Cambridge. Hij moet zich gevoeld hebben als een verlegen mus tussen
een stel wijsneuzige uilen. Al die professoren en dat ernstige gedoe:
veel liever krabbelde hij wat noten, of speelde een spelletje kaart.
Wie
naar het beroemde langzame tweede deel uit zijn 9e
symfonie Uit de nieuwe wereld luistert hoort, of, zo u wil,
voelt, dat hier vooral een sensitieve verteller aan het woord is.
Maar liefst vier thema's komen langs, de inleiding – een
fluisterzoete verkenning van de donkerste orkestregisters – en de
flashback aan het slot naar het hoofdthema van deel 1 niet
meegerekend. Ze worden nauwelijks ontwikkeld, alleen gepresenteerd.
Dvorak acteert als een gids die zijn groep fijntjes wijst op de
finesses van die ene vergulde torenspits, maar voordat iemand een
vraag kan stellen over het jaar van ontstaan heeft hij hen al
meegezeuld naar de volgende oogverblindende attractie. Een charmant
en kleurrijk spreker val je niet in de rede.
Het
scheen dat hij in het stuk – in Amerika geschreven – zijn
melodieën entte op de muziek van de zwarte bevolking en indianen.
Daar zijn de meningen over verdeeld: een beroemd dirigent pluisde
ooit uit dat er evengoed Franse, Schotse en Chinese elementen in te
horen zijn. Probeer daar maar eens een voetbalwedstrijd van te maken.
Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 22-11-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten