donderdag 30 april 2015

Omgekeerd drama

Bron www.arcadja.com

In Verdi's Messa da Requiem heeft God nog een appeltje te schillen met de aardse sterveling.


De laatste tijd worden oratoria en passies weleens van een enscenering voorzien. Het auditieve is niet meer goed genoeg, het oog wil ook wat, onder dat motto. In de tijd van ontstaan zou men dat maar vreemd vinden. In genoemde genres stond een verhaal uit de bijbel centraal, daar hoefde geen regie-aanwijzing aan te pas te komen. Het koor stond achter het orkest, vocale solisten er voor - punt. Het enige wat aan hen bewoog was hun mond om te zingen, en hun hand om de bladzijden van de partituur om te slaan.

Voor zover bekend is Verdi's Messa da Requiem nog nooit van bewegende beelden en sfeerverhogende lichteffecten voorzien. Feitelijk is dat gek, want als zich één dodenmis hier voor leent is het deze wel - niet voor niets noemen sommigen het Verdi's beste opera. De gewijde tekst veranderde in de handen van de bebaarde Italiaan in een muzikaal drama, een beetje alsof de aardse sterveling het hemelse paradijs pas mag betreden nadat God een stevig robbertje met hem heeft gevochten.

Het stuk ontstond rond 1874 ter nagedachtenis aan Alessandro Manzoni, de schrijver die net als hijzelf had geijverd voor de eenwording van Italië. Voor zijn overleden geestverwant haalde de componist alles uit de kast: laten we zeggen een mannetje of tachtig in het orkest, een nog groter dubbelkoor, en een viertal vocale solisten die een flinke keel kunnen opzetten.

In veel opera's van Verdi zien we een vastomlijnd patroon. Het komt er kort door de bocht op neer dat de slechterik snode plannen smeedt, de goede eraan ten onder gaat, en het publiek snikkend achter blijft. Dat laatste wordt nog eens versterkt wanneer het slachtoffer jong, mooi, en van het vrouwelijke geslacht is - noem het de Italiaanse variant.

In Verdi's Requiem zijn de rollen omgekeerd: de goede (God) verplettert de slechte (de zondaar). Meest treffend voorbeeld is het begin van deel 2 (Dies irae), het stuk waarin de verschrikkingen van het Laatste Oordeel je om de oren vliegen. Met overweldigende decibellen en fel gebons op de grote trom dwingt God de aardse sterveling op de knieën. Wanneer de kruitdampen zijn opgetrokken klinkt een fanfare vanuit het publiek, een huiveringwekkende wake up call die de doden uit hun graf moeten doen opstaan. Andermaal loopt het de zondaar dun door de broek.

Na anderhalf uur getier, gezucht en gesnik trek je een aantal opzienbarende conclusies. Je hebt meegeleefd met de slechterik, want dat ben je zelf. Het drama heeft geen uitkomst, hooguit zijn de machtsverhoudingen tussen de personages nog wat scherper afgebakend. En Verdi schreef weergaloze muziek. Daar nog een enscenering aan toevoegen zou teveel van het goede zijn.

Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 29-04-2015




Geen opmerkingen:

Een reactie posten