Bron:www.youtube.com |
We
lieten een groep muziekliefhebbers onvoorbereid luisteren naar het
eerste en enige strijkkwartet van de Franse componist Claude Debussy,
een stuk uit 1893 dat door kenners zonder uitzondering wordt betiteld
als meesterwerk. De groep bestond uit enkele tientallen mannen en
vrouwen met verschillende achtergrond en intellectueel niveau. Dat de
kleur grijs overheerste was een tikkeltje eenzijdig, maar eigenlijk
niet anders dan in de meeste concertzalen.
De
reacties waren opzienbarend. De overgrote meerderheid kon geen
chocola maken van deel 1, een grillig, snel stuk met een gemiddelde
duur van zo'n zes à zeven minuten. Velen waren in een mum van tijd
de draad kwijt, meer dan eens riep de muziek zelfs weerstand op.
Debussy was een druk baasje, zo luidde het oordeel, een beetje een
stokebrand met teveel noten op zijn zang. Met het langzame derde deel
– lome noten die zich voortslepen als een volle maag die naar zijn
middagdutje verlangd – liepen de meesten dan weer weg. De Fransoos
had zijn eer gered.
Kennelijk
gebeurt er in het eerste deel iets waardoor de gemiddelde luisteraar
overvoerd raakt, zo luidde de simpele conclusie, net zoals een
computer vastloopt als je voortdurend op verschillende functies
tegelijk drukt. Misschien komt het doordat het gros van de melodieën
voorzien wordt van een begeleiding die nogal de aandacht trekt:
aalvlugge figuurtjes die elkaar aanvullen en afwisselen. Soms zó
snel dat het ongrijpbaar wordt, als de wind die voorbijtrekt – de
ene keer een zacht briesje, de andere keer een stevige windvlaag.
Wellicht moet je als luisteraar bij zo'n surplus aan informatie een
keuze maken: de ene keer luister je naar het een, de tweede keer naar
het ander. Je kunt ook de melodie voor zoete koek aannemen – die
hoor je toch wel, ook als je er geen moeite voor doet – en alleen
maar focussen op de rest.
Debussy
schreef zijn vluchtige radertjes-begeleiding trouwens niet zo maar.
Het was een welgemikte poging om zich af te zetten tegen de
zwaarlijvigheid van de overheersende Duitse kunst. Vooral Wagner kon
nogal stoeien met gewichten, vond Debussy, waarop hij als reactie
zijn eigen muziek gewichtloos poogde te maken. Het benadrukte het
plezier van het moment, en net zoals zijn schilderende landgenoten
omgaf hij zijn onderwerp vervolgens met allerlei puntjes en
streepjes, daardoor talloze licht- en kleurvibraties creërend.
Als
je het zo bekijkt moet je je eigenlijk niet te druk maken als je deze
muziek beluistert. Je moet je verwonderen als een kind in de
snoepwinkel, net zoals je je bij een wandeling in de natuur ook niet
bekommert om wat geweest is of nog komen gaat. Debussy's
strijkkwartet mag een meesterwerk zijn hoe het wil, je moet je er
vooral niet door laten afleiden.
Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d. 20-04-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten