Bron afb.: www.mdt.co.uk |
Nicolai
Rimski-Korsakov wilde niets zeggen over het programma van zijn
orkestwerk Schéhérazade.
In
het eerste decennium van de twintigste eeuw werd Parijs overspoeld
door Russen. Ze kwamen in het kielzog mee van Sergej Diaghilev, de
flamboyante impresario die de Franse hoofdstad had uitverkozen als
standplaats van zijn zojuist gestichte gezelschap Ballets Russes.
Diaghilev – een baanbrekend pionier in zo'n beetje alle kunsten –
boekte er in 1910 een immens succes met de voorstelling Schéhérazade,
gebaseerd op muziek van zijn twee jaar daarvoor overleden landgenoot
Rimski-Korsakov.
Die
laatste liet zich bij het schrijven van zijn vierdelige stuk
inspireren door de sprookjes van Duizend-en-een-nacht. Aanvankelijk
besloot hij om ieder deel te voorzien van een titel, maar al vrij
snel schrapte hij dat: blijkbaar gaf het schrijvers van
programmatoelichtingen aanleiding tot allerlei verkeerde en
persoonlijk gekleurde interpretaties van zijn muziek. Het publiek
moest, zo oordeelde de componist, zijn fantasie maar aan het werk
zetten en daarmee was de kous af.
Als
u zich aan de regels van Rimski-Korsakov wil houden moet u niet
verder lezen. Maar wanneer uw nieuwsgierigheid gewekt is (dat komt
ervan als je een mens wat verbiedt, moet u maar denken) willen wij u
de geschrapte titels stiekem wel geven. Het zijn: Sindbad en zijn
schip (deel 1), Het verhaal van Prins Kalender (deel 2),
De jonge prins en de jonge prinses (deel 3) en Feest in
Bagdad – De zee – Schipbreuk (deel 4). Vertelt u het
alstublieft niet verder.
Diaghilev
was vast en zeker op de hoogte van deze gegevens, maar trok er zich
geen fluit van aan. Zijn Schéhérazade speelde zich af in een harem,
waarbij de vrouwen bij afwezigheid van hun meester eens flink van bil
gingen met een groep negers. Groepsseks, met een wraakscène en
bloedbad als toetje toe. Geen wonder dat het publiek na afloop zo
opgewonden was.
We
lazen ergens dat Rimski-Korsakov – een imposante verschijning met
lange baard en klein brilletje – zich in zijn graf zou omdraaien
als hij zou weten dat zijn sprookjesachtige muziek zou worden
gebruikt voor een voorstelling over seks en geweld. Wij denken daar
heel anders over. Dat komt er natuurlijk van als je geen enkele
informatie over je kunstwerk wenst te geven. Eigen schuld, dikke
bult, moet Diaghilev gedacht hebben.
Eigenlijk
is Schéhérazade een stuk programmamuziek – een muzikale
beschrijving van een verhaal of gedicht – zonder dat we het
programma weten. Dat sommige melodieën ook in andere delen van het
stuk terugkomen – een leidmotief of idée fixe – en zo de indruk
wekken mogelijk bij een persoon of handeling te horen helpt ons ook
al niet verder: Rimski-Korsakov haastte zich te zeggen dat er geen
enkel narratief verband tussen was. Dan houdt het op. Er zit niets
anders op dan te gaan luisteren en ons eigen sprookje samen te
stellen.
Gepubliceerd in Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad d.d.21-12-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten