In zijn 2e vioolsonate trok Maurice Ravel de stoute schoenen aan en noteerde blues boven het tweede deel.
Bron: plazilla.com |
Een eeuw geleden was
dat niet veel anders, al was er een groepje voornamelijk Franse
componisten die wat ruimer dachten. Een van hen was Maurice Ravel. De
componist die later met zijn Boléro een wereldhit zou scoren
was dol op jazz, toen een relatief nieuwe stroming die uit Amerika
was komen overwaaien. Ravels platencollectie telde lp's van Louis
Armstrong en Sidney Bechett. Het scheen dat hij zelfs een tijdje een
hond had die Jazz heette.
Ravel deelde zijn
voorliefde voor overzeese negermuziek met Hélène Jourdan-Morhange,
een bevriende violiste die een paar kilometer verderop woonde. Zij
vroeg hem ooit een vioolconcert voor haar te schrijven maar dat is er
nooit van gekomen. In het alternatief - een sonate voor viool en
piano - trok de componist de stoute schoenen aan en noteerde blues
boven het tweede deel.
Blues was een
relatief nieuw genre dat gebezigd werd door Amerikaanse slaven. Het
bestond uit een vaststaand akkoordenschema dat constant wordt
herhaald, een strakke bas van vier tellen in de maat, en een melodie
die op een prettige manier tegendraads is. Soms lijkt het deuntje
voor de begeleiding uit te gaan, dan weer erachteraan te hobbelen.
Eigenlijk gaat het om
een strakke organisatie en een ontregelend element, een soort wie
is de mol voor musici dus. Het leuke is dat Ravel dat laatste op
een geraffineerde manier uitvergroot. Het begint al met de inleiding,
waar de violist volgens voorschrift een ritme van vier tellen in de
maat speelt, maar net als je de cadans te pakken hebt - EEN twee drie
vier - wordt de vierde tel benadrukt, dan de derde, en zo gaat het
schijnbaar willekeurig verder. Om de haverklap word je pootje
gelicht, zeker als de melodie daar later nog een schepje bovenop
doet. Probeer daar maar eens op te dansen.
Maar Ravel voegt er ook
iets van zichzelf aan toe. In plaats van een vaststaand
akkoordenschema formeert hij samenklanken die geheimzinnig schurend
overkomen, een effect dat wordt verkregen door de pianopartij op
listige wijze af en toe een half toontje hoger te zetten dan de
vioolpartij. Op zulke pardoes botsende geluiden waren de Fransen dol.
Als Ravel dan toch op bezoek ging bij de buren nam hij lekker zelf de taart mee.
Als Ravel dan toch op bezoek ging bij de buren nam hij lekker zelf de taart mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten